Evenals de wereld als geheel, bevindt ook het gezin zich in een overgangsperiode. In elke cultuur vallen gezinnen uiteen, zij versplinteren onder economische druk en politieke beroeringen en zij verzwakken door de morele en geestelijke verwarring.
De omstandigheden waarin de familie verkeert, daarin verkeert ook de natie. De gebeurtenissen in de familie zijn ook de gebeurtenissen in het leven van de natie.
Bahá'ís zien deze verstoringen als tekenen van de moeizame vooruitgang van de mensheid in haar collectieve ontwikkeling naar een nieuw tijdperk, een tijdperk van volwassenheid. Het gezin, als basiseenheid van de samenleving, moet in dit proces hervormd en nieuw leven gegeven worden volgens dezelfde principes die de beschaving als geheel aan het herscheppen zijn.
Het hoofdprincipe voor deze nieuwe dag is de eenheid van de mensheid. "Het welzijn der mensheid, haar vrede en veiligheid," verklaarde Bahá'u'lláh, de Stichter van het Bahá'í Geloof, meer dan een eeuw geleden, "zijn onbereikbaar tenzij haar eenheid blijvend tot stand is gebracht." Aanvaarding van de onderlinge verbondenheid en wederzijdse afhankelijkheid van alle mensen impliceert de vernieuwing van elke sociale instelling op de planeet, inclusief het gezin.
Eenheid in het GezinAls liefde en overeenstemming in een gezin duidelijk zichtbaar zijn, dan zal dat gezin vooruitgang boeken, verlicht en vergeestelijkt worden.
De Bahá'í benadering van de eenheid van het gezin combineert elementen van traditionele wijsheid met progressieve principes en praktische hulpmiddelen. Trouw aan deze leringen biedt een vesting tegen de desintegrerende krachten en een kader voor het scheppen van sterke, gezonde en verenigde gezinnen.
Het fundament en een eerste vereiste voor een Bahá'í gezin is de liefdevolle relatie tussen man en vrouw. Het huwelijk, een goddelijke schepping, heeft als doel het paar "zowel lichamelijk als geestelijk te verenigen, zodat zij steeds elkaars geestelijk leven zullen verbeteren". Een man en een vrouw, die elkaar in vrijheid hebben gekozen en de toestemming van hun ouders hebben verkregen, trouwen, overeenkomstig de Bahá'í wetten, in aanwezigheid van getuigen die aangewezen zijn door het gekozen bestuur van de gemeenschap, de plaatselijke Geestelijke Raad. Met de woorden "Waarlijk, wij zullen allen verblijven bij de Wil van God", die zowel bruid als bruidegom uitspreken, wijden de twee zichzelf aan God en, daardoor, aan elkaar.
Eén doel van het huwelijk is het scheppen van een nieuwe generatie die God zal liefhebben en de mensheid zal dienen. Het is daarom de taak van het gezin om een liefdevolle, respectvolle en harmonieuze relatie tussen ouders en kinderen te vestigen.
Harmonie en samenwerking worden in het gezin, evenals in de wereld, gehandhaafd door het evenwicht tussen rechten en verantwoordelijkheden. Alle gezinsleden "hebben plichten en verantwoordelijkheden jegens elkaar en jegens het gezin als geheel" die, "verschillen van gezinslid tot gezinslid vanwege hun natuurlijke verhoudingen."
Kinderen hebben bijvoorbeeld de plicht hun ouders te gehoorzamen. Hier tegenover staat dat zij er recht op hebben verzorgd, opgevoed en beschermd te worden. Moeders, als dragers en eerste opvoeders van kinderen, zijn in de eerste plaats, maar niet uitsluitend, verantwoordelijk voor hun geestelijke opvoeding en voor het scheppen van een liefdevol en koesterend thuis. Vaders dragen de primaire, maar wederom niet uitsluitende, verantwoordelijkheid voor het financiële welzijn van het gezin en voor de scholing van de kinderen.
De persoonlijke morele waarden die door de Bahá'í leringen worden bevorderd, veroordelen vele van de zaken die er toe bijdragen dat gezinnen uiteenvallen. Alcohol is voor Bahá'ís verboden, evenals drugs. Geen enkele vorm van geweld of misbruik mag ooit binnen het gezin worden getolereerd. De Bahá'í heilige geschriften zeggen hierover:
Er moet voortdurend gelet worden op de integriteit van het gezin en de rechten van de afzonderlijke leden mogen niet worden geschonden.
Hoewel sterk afgeraden door Bahá'u'lláh, is scheiden toegestaan op grond van afkeer tussen man en vrouw. Het mag slechts worden toegelaten na een jaar van wachten, waarin het paar gescheiden leeft en alle mogelijke pogingen onderneemt om hun geschillen op te lossen. Beschermd tegen overhaaste beslissingen en onbezonnen emoties, slagen vele paren erin hun huwelijk gedurende dit jaar van bespiegeling te herstellen. Als, evenwel, verzoening onmogelijk blijkt te zijn, mag het paar scheiden.
De Gelijkwaardigheid van Man en VrouwHet principe van de gelijkwaardigheid van man en vrouw transformeert de verhoudingen binnen het Bahá'í huwelijk. Omdat zij gelijkwaardige partners zijn, een status belichaamd in hun indentieke huwelijksgeloften, mag noch de man noch de vrouw overheersen. Het nemen van beslissingen moet gedeeld worden.
De sfeer binnen het gezin en binnen de gemeenschap als geheel, zou nooit uitdrukking moeten geven aan "willekeurige macht", maar steeds aan een "geest van openhartige en liefdevolle beraadslaging."
De Bahá'í principes van beraadslaging zijn gereedschappen om welk probleem zich ook binnen het gezin voordoet, openlijk, eerlijk en met tact te bespreken. Het doel is om toe te staan dat "de waarheid wordt onthuld" op een wijze die het probleem zal oplossen ten voordele van allen. Wanneer beraadslaging door een echtpaar of een gezin wordt gebruikt, is het een krachtig middel om de eenheid te bewaren.
Erkenning van gelijkwaardigheid en het gebruik van beraadslaging stellen een man en vrouw in staat om de eisen van een snel veranderende wereld flexibel tegemoet te treden. Hoewel mannen en vrouwen aanvullende capaciteiten en taken op bepaalde gebieden hebben, zijn de rollen niet star gedefinieerd en kunnen deze, wanneer dat nodig is, worden aangepast om aan de noden van elk gezinslid en het gezin als geheel te voldoen. Terwijl vrouwen worden aangemoedigd om hun eigen loopbaan te volgen, is dit op een wijze die niet strijdig is met hun rol als moeders. En vaders zijn niet vrijgesteld van huishoudelijke taken en het grootbrengen van de kinderen.
Wanneer met de juiste achting voor rechtvaardigheid met de gezinsrelaties wordt omgegaan, zal dit een belangrijke factor zijn bij het tot stand brengen van vrede in de wereld. Wanneer binnen het gezin de vrouwen gelijkwaardigheid en respect wordt onthouden, ontwikkelen mannen en jongens schadelijke houdingen en gewoonten die zij meenemen naar hun werkplek, het politieke leven en uiteindelijk de internationale verhoudingen. Als er steeds meer kinderen opgroeien in gezinnen waarin de rechten van alle leden worden gerespecteerd en de problemen worden opgelost met behulp van beraadslaging, verbeteren de vooruitzichten op vrede in de wereld.
Opvoeding en het GezinHoewel het kind op school zijn onderwijs ontvangt, wordt thuis zijn karakter ontwikkeld en zijn morele en geestelijke houding gevormd. Daarom moet het gezin "in alle deugden worden onderwezen". Geduld, trouw, betrouwbaarheid, rechtvaardigheid, eerlijkheid - zulke deugden als deze vormen de bouwstenen van het karakter. De deugden die door alle heilige tradities als de gemeenschappelijke elementen van geestelijkheid genoemd worden, zijn de weerspiegeling van de Godheid in elke persoon.
Gelijktijdig met het ontwikkelen van de beste eigenschappen en waarden van elk gezinslid, moeten ouders ook zorgen voor de geïntegreerde ontwikkeling van alle capaciteiten van hun kinderen -geestelijk, moreel, intellectueel, emotioneel en lichamelijk. Daarom moeten meisjes en jongens geschoold worden volgens hetzelfde basisleerplan. Als beperkte middelen tot een keus dwingen, moet aan de dochters, als de potentiële opvoeders van de volgende generatie, het prioriteitsrecht op onderwijs verleend worden vóór de zonen.
Het Gezin en de GemeenschapHet Bahá'í Geloof telt meer dan 17.000 georganiseerde plaatselijke gemeenschappen in meer dan 200 onafhankelijke landen en gebieden. Deze gemeenschappen handelen in sommige opzichten als grote families.
Bahá'ís komen van alle landen, ethnische groepen, culturen, beroepen en klassen. Hoewel de Bahá'í huwelijksceremonies van cultuur tot cultuur sterk verschillen, zijn de huwelijkswetten en -geloften universeel en gelden ook als de partners geen Bahá'í zijn. Bahá'ís op de hele wereld bemerken dat de principes en wetten die een duidelijke vorm geven aan het Bahá'í gezinsleven, bevorderlijk zijn voor liefde en eenheid.
ConclusieNaarmate de voornoemde principes geleidelijk aan overal ter wereld in praktijk worden gebracht, worden gezinnen geschapen die in staat zijn een rol te spelen bij het bouwen van een verenigde wereldsamenleving. Want de verbinding tussen het gezin, de staat, en een wereldbeschaving, die is voorbestemd te ontstaan, is onvermijdelijk:
Vergelijk de natiën van de wereld met de leden van een gezin. Een gezin is een natie in het klein. Vergroot eenvoudigweg de kring van het gezin en men krijgt de natie. Vergroot de kring van de natiën en men heeft de gehele mensheid.
Samengesteld door Bahá'í International Community, ter gelegenheid van het Internationale Jaar van het Gezin, 1994.
* Alle aanhalingen komen uit de Bahá'í geschriften.